Hulde aan de supermarktmedewerkers

Hulde aan de supermarktmedewerkers

Gele strijders, blauwe krijgers of rode vechters, wat hebben wij een klus geklaard!

‘Jullie hebben ’t mooi makkelijk gehad de laatste tijd’, of: ‘Jij kan het rijk worden niet tegengaan’, of: ‘Het klotst tegen de plinten aan bij jullie, hè!’ We kunnen geenszins ontkennen dat velen van ons aan de goede kant van de streep stonden. Maar waar vaak erg makkelijk aan voorbij wordt gegaan is de immense prestatie van de medewerkers.

Dag in dag uit, al vanaf maart 2020, zijn handhaving en extra schoonmaakwerkzaamheden voor ons als supermarktmedewerkers een bijkomende bezigheid geworden: ‘Meneer, wilt u een kar meenemen’, ‘Kinderen mogen niet mee naar binnen’, ‘Graag even afstand houden.’

Weten jullie nog hoe we begonnen? Toen behoorden wij opeens bij de vitale groep mensen die in de winkels door bleef werken om onze samenleving draaiend te houden. Een ieder te voorzien van voedsel en andere eerste levensbehoeftes.

Opeens was werken in de supermarkt een belangrijke taak geworden. Dat duurde maar even, want de polarisatie werd al snel steeds meer zichtbaar. ‘Ik weiger, ik doe niet mee aan deze onzin’ en ‘Corona bestaat niet’ versus ‘Ik ben heel bang, houd voor de zekerheid maar twee meter afstand’ en ‘Ik doe in een keer heel veel boodschappen op een onmogelijke tijd zodat het lekker rustig is in de winkel.’ Discussies van klanten onderling waar je als ‘broodmeisje’ echt niet op zit te wachten, maar wel mee moet dealen.

Werken in de supermarkt wordt door heel veel mensen zwaar onderschat. De kreet ‘Als je echt niks anders kan, kan je altijd nog achter de kassa bij…’, is denigrerend, en de overtuiging dat het niks voorstelt om manager te worden is onvoorstelbaar.

Een ieder komt in de supermarkt en op de een of andere manier meent men daarom maar er van alles en nog wat van te kunnen vinden. Maar als we deze groep mensen meenemen in de diversiteit en complexiteit van de winkel, de snelheid waarmee alles gaat en de enorme hoeveelheden artikelen die wij dagelijks verwerken, dan piepen ze al snel anders.

En dan het afgelopen jaar. Waar wij in maart 2020 nog zo hoopten op meer waardering voor ’t supermarktvak ging het al snel een andere kant op. Mede door de komst van de kapjes verhardde de discussie in de winkel.

Lieve supermarktmensen, wees trots, trots op je vak, trots op hoe wij ons er het afgelopen jaar doorheen geslagen hebben en trots op jezelf.

Op de vraag of ik het rijk worden niet kan tegengaan, antwoord ik steevast: zeker! Maar elke keer weer haal ik de olympische prestatie van mijn mensen aan. Want ze doen het maar gewoon elke dag weer. Een groots applaus zullen ze waarschijnlijk nooit krijgen, maar ik klap voor ze. Voor alle gele strijders, blauwe krijgers en rode vechters.

We hopen op een soepelere wereld waarin we weer een ‘gewoon’ winkeltje kunnen spelen. Dat is waarnaar ik verlang. En het kapje ga ik ritueel verbranden als het zover is dat we het niet meer moeten dragen. Wat een onding! We kijken uit naar een mooi vreugdevuur.

Bron: Distrifood

Deel dit bericht